Er was eens ...
Er was eens…
Heel lang geleden werd er een klein meisje geboren die de naam Jessica kreeg. Haar ouders waren dolgelukkig met haar en ook haar zus vond het geweldig leuk om samen met de kleine Jessica te spelen en kattenkwaad uit te halen. Tot op een dag Jessica uit het gezin werd gehaald en meegenomen werd door een groep konijnen. Jessica was toen net oud genoeg dat ze al wat woordjes sprak en kon lopen.
Jessica vond het doodeng om met die harige kleine “mensen” mee te moeten, maar al snel voelde ze zich thuis en vond ze de harige kleine mensjes best wel lief. Ze zorgde dat ze genoeg te eten kreeg en gaven haar aandacht wanneer ze er om vroeg. Ze likten haar huid en maakte knorrende geluidjes. Alleen hun dag- en nachtritme was anders dan Jessica haar biologische klok aangaf. Als Jessica wilde slapen ging haar gezin op pad. Op zoek naar voedsel. Jessica voelde zich dan ook vaak niet begrepen en alleen. En als Jessica zin had om te spelen dan sliep haar gezin of werden de gezinsleden een beetje “knorrig” als Jessica ze wakker maakte. Soms gromde de konijnen naar haar en Jessica begreep niet waarom dat was. Dan ging Jessica maar wat graven en holen dichtmaken, puur uit verveling, want er was niemand die met haar overdag wilde spelen. De konijnen vonden dit alles behalve leuk. Ze probeerde haar dan ook in de avond wakker te houden en “leuke” activiteiten met haar te doen.
Haar lichaam veranderde en haar hormonen gierde door haar lijf. Ze kreeg meer aanvaringen met gezinsleden. En op een dag dat Jessica een lange wandeling ging maken en zich losbrak van het gezin, kwam ze oog in oog te staan met een soortgenoot, een mens. Jessica wist zich geen raad en kon zich geen houding geven. Het mens kwam naar haar toe en probeerde contact te zoeken. Jessica gromde wat en raakte in paniek. Toch het gevoel van herkenning en nieuwsgierigheid overheerste en ze zocht na een tijd toenadering. De jongen had veel geduld met Jessica en al snel werden ze verliefd en vormde een eigen gezin. Eindelijk werd ze begrepen, eindelijk iemand met wie ze s avonds kon slapen en overdag leuke dingen kon doen. Iemand die ook dezelfde taal sprak. Wat een genot. En natuurlijk had ze nog oog voor haar konijnen die haar zo goed als ze konden hebben verzorgd. Maar niets gaat boven een eigen soortgenoot die je begrijpt, waarmee je kunt lachen, waarmee je kunt paren, waarmee je samen oud kan worden.
Moraal van dit verhaal… 1 konijn bij een gezin is niet gelukkig als jij gelukkig bent met 1 konijn. Gun je konijn een soortgenoot die je konijn begrijpt, waarmee het konijn kan spelen en hetzelfde dag- en nachtritme heeft. Denk eens na over alle excuses die je kunt verzinnen om je eigen gedrag en keuze voor 1 konijn goed te praten. En doe dit dan in het belang van het welzijn van jouw konijn. Bedankt voor het lezen!