Werking van de Kinklier
De belangrijkste vorm van communicatie van konijnen is via reuksignalen ookwel feromonen genoemd. Omdat konijnen in de schemer en in de avond actief zijn is communicatie via reuk ook wel zo handig.
Door het verspreiden van geuren wordt informatie aan andere konijnen afgegeven zonder direct de verblijfplaats bloot te geven. Via de geuren kunnen konijnen laten weten welk gebied zij claimen. Het gebied waarvan zij vinden dat van hen is wordt territorium genoemd. Elke indringer kan de bezetter van het gebied herkennen door zijn eigen geur te vergelijken met die van de geuren in het gebied.
Wanneer er in een gebied de geurmarkeringen worden bestudeerd krijgt men informatie over de groepsgrootte.
Verder kunnen konijnen de leeftijd, geslacht en bereidheid tot dekken via geuren communiceren.
Welke klieren gebruikt een konijn?
Konijnen hebben 3 hoofdklieren waarmee ze communiceren.
- Kinklieren
- Anaalklieren
- Inguinale Klieren
Daarnaast zijn er melkklieren die aangeven aan de jongen dat er voedsel te vinden is in de tepels. Ook dit is een vorm van communicatie door middel van het afgeven van geuren.
In dit artikel besteed ik aandacht aan de kinklier.
De kinklieren ofwel sub-mandibulare klieren genoemd bevinden zich in de kin in het midden van de onderkaak. Deze klieren zijn aanwezig bij rammen en voedsters, maar meer aanwezig bij rammen. Bij de dominante rammen is de kinklier wel 2 keer zo groot als die van de andere (ondergeschikte) rammen van de groep en 4 keer groter dan die van de voedsters.
Bij castratie van de ram vermindert het gewicht van de klier. Bij castratie van de voedster wordt het tegenoverstelde bereikt. Er is dan een toename van gewicht van de klier. Dit betekent overigens niet dat er een toename van kinmarkering plaatsvindt bij voedsters.
De kinklier werkt onder invloed van geslachtshormonen en kan soms een plakkerige uitscheiding geven onder de kin. Overmatige uitscheiding van de kinklier kan de huid van het konijn behoorlijk irriteren en daar kunnen nare ontstekingen ontstaan.
De geur vanuit de kinklier wordt op objecten over het hele territorium van het konijn gewreven. Bij konijnen die in groepen leven wordt dit voor het grootste deel gedaan door de dominante ram van de groep. Daarbij vindt de grootste “kinactiviteit” plaats tijdens het voortplantingsseizoen.
De geur vanuit de kinklier geeft verder informatie over de vruchtbaarheid en is onder invloed van geslachtshormonen die in de bloedbaan circuleren.